Nof Sandberg.JPGHet zal twee jaar geleden zijn geweest dat onze vriend en plaatsgenoot Wim tegen mijn vrouw en mij zei: “Zou het niet leuk zijn om weer eens een reisje te maken met Ja’acov Nof?” “Jazeker,” zeiden wij, “maar hoe krijgen wij zeven mensen bij elkaar? Zes mag natuurlijk ook, maar dan wordt de prijs per persoon iets hoger.” “Ik zal mijn best doen,” zei Wim, “ik heb al twee mensen op het oog. Als jullie voor nog twee medereizigers zorgen, hebben we het zevental compleet.”

Na enig zoeken lukte het ons om een groep van zeven personen te vormen. Daarna konden de voorbereidingen beginnen. Ja’acov komt ieder jaar naar Nederland en met hem hebben wij tenminste tweemaal intensief overleg gevoerd om vast te stellen waar wij heen wilden, wat wij wilden zien en waar wij zouden overnachten. Met behulp van Ja’acov en in onderling overleg hebben wij een reis van twee weken samengesteld die ons zou voeren naar het gebied rondom het Meer van Galilea, het noorden (met de Hermon en de hoogvlakte van de Golan), de Jordaanvallei, het Gebergte van Gilboa, de kuststreek – met Caesarea en Natanja -, Jeruzalem (waar wij een week zouden blijven), van waaruit wij de Dode Zee en Massada zouden bezoeken, de Negev (met o.a. Bersjeba, het Ramon-keteldal en het gebied langs de grens met Egypte) en die ons uiteindelijk zou brengen naar Tel Aviv.

Die reis hebben wij ook – met hier en daar kleine aanpassingen – werkelijk gemaakt, van 6 tot 20 mei 2009. Het was een fantastische reis die wij niet snel zullen vergeten. Op aanraden van Ja’acov hebben wij een nacht in een namaak-Bedoeïenkamp (Beërotajim – twee putten) doorgebracht, waar het ritme van de woestijn ons al snel in zijn greep had.

Ja’acov is niet alleen een wandelende encyclopedie, hij is ook een groot Bijbelkenner. Op verschillende plaatsen sloeg hij de Bijbel open en legde ons, wijzend op de omgeving, de overbekende verhalen opnieuw uit.

Eén lid van ons reisgezelschap had Israël nog nooit bezocht. Anderen waren er al eens eerder geweest en voor nog anderen was deze reis hun twintigste of vijfentwintigste. Maar allen hebben op gelijke wijze genoten. Voor herhaling vatbaar!

Oud-Beijerland, 9 juli 2009

Jan Sanberg